Eén van uw werknemers die opnieuw aan de slag is gegaan is zwanger. Moet u voor haar bijkomende maatregelen treffen, of volstaan de door de Veiligheidsraad opgelegde voorschriften?
Op basis van de huidige kennis over COVID-19 worden zwangere werkneemsters momenteel niet meer als risicogroep beschouwd. Er zijn geen aanwijzingen dat zwangere vrouwen meer kans hebben op besmetting of op een ernstiger ziekteverloop. In individuele gevallen kan de huisarts of gynaecoloog wel steeds beslissen dat de werkneemster niet langer arbeidsgeschikt is en hiervoor een attest uitschrijven.
U hoeft dus geen bijkomende preventiemaatregelen te nemen voor uw zwangere werkneemster, wat niet wil zeggen dat er geen andere wettelijke verplichtingen zijn.
Zo hebt u als werkgever sowieso de verplichting om samen met de arbeidsgeneesheer een analyse uit te voeren van de mogelijke risico’s in uw zaak voor de gezondheid en de veiligheid van de zwangere werkneemster en haar ongeboren kind. Die risicoanalyse moet u laten uitvoeren zodra u een werkneemster tewerkstelt of die nu zwanger is of niet. Blijkt hieruit dat bepaalde werkposten risico’s met zich meebrengen, dan zal u hiervoor de nodige maatregelen moeten treffen. U moet ook elke werkneemster van die risico’s op de hoogte brengen en van de maatregelen die hiervoor worden genomen. In het geval van een zwangerschap zal de arbeidsgeneesheer de werkneemster in kwestie onderzoeken in functie van de resultaten van die risicoanalyse. Op basis hiervan kan de arbeidsgeneesheer vervolgens een aanpassing van de arbeidsomstandigheden aanbevelen indien nodig.
BV tijdelijke werkloosheidsuitkering verlaagd vanaf mei