De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid publiceerde in oktober de meest recente statistieken met betrekking tot flexi-jobs. De cijfers hebben betrekking op het eerste kwartaal van 2024. We vatten ze voor u samen.
In de bijna tien jaar dat flexi-jobs bestaan, met uitzondering van de COVID-periode, blijft het aantal flexi-jobs, het arbeidsvolume en het aantal gebruikers systematisch toenemen. De groei doet zich vooral voor in de sectoren die al langer met het statuut werken, zoals de horeca en de retail. De vele nieuwe sectoren die begin dit jaar toegang kregen tot het systeem blijken voorlopig maar koele minnaars. De sector vervoer en logistiek met 1.423 flexi-jobs vormt hierop een voorzichtige uitzondering.
Aantal flexi-jobs
Zowel het aantal flexi-jobs als het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten (VTE) namen sterk toe in het eerste kwartaal van 2024 ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar:
-
152.840 arbeidsplaatsen in 2024/1 tegenover 123.295 in 2023/1
-
22.528 VTE in 2024/1 tegenover 17.358 in 2023/1
In de horeca zien we diezelfde stijging:
-
68.760 arbeidsplaatsen in 2024/1 tegenover 63.347 in 2023/1
-
9.750 VTE tegenover 8.708 in 2023/1
Sectorverschillen
Met 44% is de horeca nog steeds de grootste gebruiker van flexi-jobs. Retail en interim (elk 22%) volgen op plaats twee en drie. In de uitzendsector gaat bovendien ook nog eens een behoorlijk deel naar de horeca.
Tijdens het eerste kwartaal van 2024 nam het aantal flexijobs nog toe met 8,6% ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Ook het arbeidsvolume in VTE kende in het eerste kwartaal van 2024 een stijging van 12% tegenover het eerste kwartaal 2023.
In de horeca vinden we ook het grootste aandeel werknemers die er naast hun gewone job ook nog een flexi-job op nahouden: 7,7%.
Het profiel van de flexi-jobber
Het profiel van de flexi-jobber wijzigt nauwelijks. De gemiddelde flexi-jobber is vrouwelijk, relatief jong en Vlaams.
Het overgrote deel van de flexi-jobs gaat naar mensen tussen de 25 en 39 jaar oud (40%). De groep gepensioneerde flexi-jobbers blijft stabiel op zo’n 16%. In de horeca is er nauwelijks verschil tussen de drie jongste groepen (<25, 25-39 en 40-49). Bij oudste groepen (50-64 en >=65) verliest de horeca wel flexi-jobbers aan de retail.
Opvallend meer vrouwen kiezen voor een flexi-job dan mannen (54,8% vs. 45,2%). Uitgedrukt in VTE is het aantal uren dat mannen en vrouwen in een flexi-job presteren nagenoeg gelijk.
Het verschil tussen de gewesten blijft enorm. 87% van de flexi-jobs bevindt zich in Vlaanderen, met het arrondissement Antwerpen op kop (15.483 flexi-werknemers), gevolgd door Gent met 9.371 flexi-werknemers. Wallonië en Brussel hinken flink achterop met respectievelijk 10% en 3%. In Wallonië is Luik de koploper met 2.663 flexiwerknemers.