Bedrijven die officieel erkend zijn als “onderneming in moeilijkheden of herstructurering” die geconfronteerd worden met minder werk, hebben naast het corona-tijdskrediet en de corona-landingsbaan nog een derde mogelijkheid om hun contracturen tijdelijk aan te passen: de collectieve vermindering van de arbeidsprestaties en de invoering van de vierdagenweek.
Deze maatregel geldt opnieuw enkel voor ondernemingen die vooraf door de minister van Werk erkend zijn als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering met een begindatum die ligt tussen 1 maart 2020 en 31 december 2020. Om hiervoor in aanmerking te komen moet een onderneming voldoen aan een aantal sociaal-economische criteria zoals vierlies tijdens de voorbije boekjaren of het ontslag van een bepaald aantal werknemers.
De maatregel is collectief, voor de ganse onderneming of voor een specifieke, objectieve groep van werknemers (bijv. keuken-zaal), maar kan niet op individuele basis worden toegepast.
Er kunnen twee verminderingen worden toegepast, één met ¼ en een met 1/5, m.a.w. van 38 uur naar 28,5 uur of naar 30,4 uur. Voor voltijders kan dit zelfs gecombineerd worden met een vierdagenweek.
Voor de invoering van deze arbeidsduurvermindering ontvangt de werkgever een vermindering van zijn sociale bijdragen. Deze doelgroepvermindering is niet cumuleerbaar met andere doelgroepverminderingen die de werkgever eventueel al voor bepaalde werknemers ontvangt (ouderen, jongeren, eerste aanwervingen,…).
De doelgroepvermindering bedraagt 600 euro bij een vermindering met 1/5, 750 euro bij een vermindering met ¼, 1.000 euro wanneer bij de 1/5-vermindering ook een vierdagenweek wordt ingevoerd en 1.150 euro voor de combinatie van een ¼-vermindering met de vierdagenweek. Alle bedragen zijn per werknemer per kwartaal.
Drie vierde van deze doelgroepvermindering moet wel gebruikt worden om het loonverlies van de werknemers minstens gedeeltelijk te compenseren. De looncompensatie is een brutobedrag, onderhevig aan normale RSZ en belastingen. De compensatie mag echter niet tot gevolg hebben dat het brutoloon van de werknemers hoger is dan het brutoloon van vóór de invoering van de maatregel.
Er zit echter een addertje onder het gras. Ondanks de arbeidsduurvermindering blijven voltijdse werknemers voltijds en moeten zij het voltijds minimumloon (barema) van de sector blijven ontvangen, waardoor de maatregel in vele gevallen meer zal kosten aan de werkgever dan hij opbrengt. Hierover wordt momenteel nog onderhandeld.
De arbeidsduurvermindering kan toegepast worden vanaf 1 juli 2020 en mag maximaal 1 jaar duren en moet volledig binnen de periode van erkenning vallen.
Bij ontslag tijdens de periode van vermindering wordt de verbrekingsvergoeding wel berekend op het oorspronkelijke loon.
De arbeidsduurvermindering wordt in principe ingevoerd via een ondernemings-cao. In de praktijk zal dit in de meeste horeca-ondernemingen, door het ontbreken van een syndicaal orgaan, gewoon gebeuren door een wijziging aan het arbeidsreglement.
Lees ook:
Nieuw: het corona-tijdskrediet
De corona-landingsbaan