Minister van Werk Kris Peeters heeft zijn akkoord gegeven voor een versoepeling van het gebruik van de netto-overuren in de horeca. Dat zou schitterend nieuws zijn. Sinds de invoering ervan, in december 2015, heerste er immers heel wat onzekerheid over het gebruik van deze uren. Op de concrete toepassing blijft het nog even wachten tot het wetsvoorstel wordt goedgekeurd.
Vorige week berichtten we nog hoe de netto-overuren, alle goede bedoelingen ten spijt, al anderhalf jaar lang een zorgenkind zijn. Bij de invoering ervan werd niet stilgestaan bij de wetgeving over de arbeidsduur die stelt dat overuren enkel toegestaan zijn in volgende gevallen:
- dreigend ongeval of dringend onderhoud aan machines,
- buitengewone vermeerdering van werk,
- onvoorziene noodzakelijkheid,
waarbij u de buitengewone vermeerdering vooraf moet aanvragen en de onvoorziene noodzakelijkheden achteraf dient te melden bij de sociale inspectie.
Die formaliteiten worden in de praktijk nauwelijks toegepast, maar door sommige inspecteurs wel verwacht. Bovendien is de interpretatie van wat “buitengewoon” en “onvoorzien” is voor interpretatie vatbaar. Heel wat horeca-uitbaters durfden dit vergiftigde geschenk dan ook niet toepassen.
Tot dat besef kwam ook Minister van Werk Kris Peeters die een versoepeling van de bestaande regeling aankondigde. De huidige voorwaarden en formaliteiten voor overuren zullen wegvallen. Om de werknemer te beschermen zal die wel elke zes maanden zijn akkoord moeten geven dat hij overuren wil doen. Maar dat kan geen probleem zijn vermits de meeste horeca-werknemers zelf vragende partij zijn voor overuren.
De nieuwe regeling kan nog niet meteen worden toegepast. Eerst moet de wetswijziging nog in het parlement worden goedgekeurd. In afwachting rekent minister Peeters erop dat de sociale inspectie zich soepel zal opstellen.
Wij houden u uiteraard op de hoogte via onze nieuwsbrief.
Even meer uren nodig? Een contractbijlage kan een oplossing zijn