Het wetsvoorstel dat een versoepeling in het gebruik van de netto-overuren voorziet is op 11 januari in plenaire zitting gestemd. Dat wil zeggen dat u voortaan veel eenvoudiger netto-overuren kan toepassen, zonder dat u zich langer zorgen hoeft te maken over de rechtvaardiging van die uren en de kennisgeving aan de inspectie.
Wat wijzigt er precies? De wijzigingen hebben enkel betrekking op werkgevers die de GKS gebruiken. Voor wie geen witte kassa heeft, blijft de oude regeling van toepassing.
Voor de GKS-gebruikers blijven de 360 netto-overuren alsook hun fiscale en sociale behandeling bestaan zoals we ze al een tijdje kennen. Het enige verschil is dat u ze voortaan op vrijwillige basis mag toepassen. Geen geknoei meer met zogezegd “onvoorziene” uren, die in werkelijkheid al lang op voorhand in de planning waren ingepast en geen kopbrekens meer over de aangifte bij de inspectie. Er komt wel een nieuw documentje bij kijken. Elke zes maanden zal elke werknemer die gebruik wenst te maken van de vrijwillige overuren hiervoor zijn schriftelijk akkoord moeten geven. Dat akkoord moet voorafgaandelijk aan de betrokken periode worden gesloten.
Eén van de opmerkelijkste maatregelen die vanaf december 2015 werden ingevoerd ter compensatie van de GKS, waren de netto-overuren. Werknemers in de horeca – en enkel daar – mochten voortaan 360 (300 als hun werkgever geen GKS gebruikte) overuren per jaar presteren waarop geen overurentoeslag, maar ook geen belastingen of RSZ verschuldigd waren. Volledig netto overuren dus, om niet alleen voor het probleem van de ontoereikende arbeidsduur, maar ook voor de loonkost een oplossing te bieden. Maar na het goede nieuws volgde al gauw een nuancering. Deze wijzigingen veranderden niets aan de oorspronkelijke, meer dan 50 jaar oude, wetgeving over overuren, waarin duidelijk bepaald werd dat overuren uitsluitend door onvoorziene omstandigheden of buitengewone vermeerdering van werk gerechtvaardigd konden worden. Bovendien moest er telkens aan de plaatselijke inspectiediensten toelating gevraagd worden voor het presteren van overuren of moesten de gepresteerde overuren minstens tijdig aan de inspectie gemeld worden. Inspectiediensten dreigden ermee streng te zullen toezien op de naleving van al deze formaliteiten, al werd de soep nooit zo heet gegeten als ze opgediend werd. Toch zijn er gevallen bekend waar de inspectie weigerde, waardoor netto-overuren plots als gewone overuren dienden herberekend te worden.
Deze onbedoelde situatie zorgde twee jaar lang voor heel wat onrust bij horeca-werkgevers die na de vaak lange en dure omschakeling van de voorbije jaren, niet het risico wilden lopen om op dergelijke details afgerekend te worden. En terecht. Dat vonden ook Minister van Werk Kris Peeters en Staatssecretaris van Fraudebestrijding Filip De Backer. Met de Wet Werkbaar en Wendbaar Werk (2017) had het oude begrip overuren inmiddels al een hele facelift ondergaan. Met de invoering van de vrijwillige overuren kunnen werknemers en werkgevers voortaan samen beslissen over het gebruik van een contingent van 100 overuren per jaar waarvoor de oude voorwaarden en formaliteiten niet langer van tel zijn. Ook in de horeca kon men in principe al van deze vrijwillige overuren gebruikmaken, doch niet aan het interessante tarief van de netto-overuren.
Tijdens de zomer werd daarom een wetsvoorstel ingediend, dat uiteindelijk op 11 januari l.l. werd goedgekeurd. Tijdens de voorbije maanden werd aan de inspecties bij omzendbrief al wel gevraagd om de oude regels soepel toe te passen.