Op studentenarbeid betaalt u slechts een beperkte solidariteitsbijdrage die veel lager ligt dan de gewone socialezekerheidsbijdragen die u voor een vaste werknemer betaalt. Wanneer u een student inschreef, dan was er vroeger weinig controle of het daadwerkelijk om een student ging. Niet in dimona, niet bij controles en zelf vroeg u waarschijnlijk ook zelden een bewijs van inschrijving. Dat zal u voortaan echter wel moeten doen!
Studentenarbeid is, binnen bepaalde grenzen, aan beperkte RSZ-bijdragen onderworpen, met name 5,42% voor de werkgever en 2,71% voor de werknemer. Deze tarieven zijn geldig zolang de student niet meer dan 475 uren werkt per kalenderjaar. Dit “contingent” geldt over alle werkgevers heen. Eens over die grens, gelden de normale RSZ-tarieven. Op de speciale netto overuren voor de horeca is deze solidariteitsbijdrage niet verschuldigd.
Studentenarbeid is mogelijk voor wie minstens 15 jaar is én de eerste twee studiejaren van het middelbaar onderwijs heeft gevolgd. Studeren moet de hoofdactiviteit zijn en dit in onderwijs met volledig leerplan of – onder voorwaarden - in alternerend leren.
Daarnaast zijn er nog een aantal voorwaarden en formaliteiten waaraan u zich dient te houden. Zo mag de student enkel werken buiten de periodes van verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstelling. D.w.z. enkel op de momenten waarop hij niet geacht wordt in de les te zitten of andere activiteiten te volgen zoals practica of stages.
Voor studentenarbeid moet altijd een schriftelijke studentenovereenkomst worden opgemaakt en in Dimona geeft de werkgever voorafgaandelijk het aantal uren aan waarop hij de student zal tewerkstellen.
Voortaan zal u als werkgever echter ook moeten kunnen aantonen dat de student effectief student is. U zal dus minstens een bewijs van inschrijving moeten vragen van een (hoge-)school of universiteit voor het lopende school- of academiejaar. De werkgever moet deze gegevens niet spontaan aan de RSZ bezorgen, maar ze ter beschikking hebben indien hij erom gevraagd wordt.