16 april '13
Woon-werkverkeer, even herhalen (1)
Als werkgever bent u verplicht een deel van zijn dagelijkse vervoerskosten aan uw werknemer terug te betalen. Tenminste voor zover uw werknemer verder dan 1 km van zijn werkplaats woont en zich niet te voet naar het werk verplaatst. (In andere sectoren dan de horeca kan deze minimumafstand verschillen.) U gaat hierbij uit van de werkelijke verplaatsingen. Voor uw kelner die om de hoek op kot zit, maar zijn domicilie aan de andere kant van het land heeft, gaat u dus uit van het kotadres.
Hoeveel u precies betaalt hangt af van het vervoermiddel (of -middelen) waarvan uw medewerker gebruik maakt en van het aantal afgelegde kilometers. Ook hier gaat het om het werkelijke, dagelijkse gebruik. Een werknemer die nu eens met de auto komt en dan weer met de tram, gaat u natuurlijk geen twee keer betalen. Een werknemer die dagelijks de auto neemt tot aan de rand van de stad en vervolgens verder reist met de tram, krijgt wel een dubbele vergoeding.
Voor werknemers die met de trein komen is de tussenkomst afhankelijk van het aantal kilometers, enkele reis. Uw tussenkomst wordt berekend op basis van een tabel met forfaitaire bedragen.
Tip: Afhankelijk van de concrete situatie van uw werknemer bieden formules zoals Railflex vaak een goedkoper alternatief dan een normaal abonnement.
Wie met De Lijn komt, betaalt meestal een eenheidsprijs, ongeacht de afstand. De tussenkomst van de werkgever is dan forfaitair vastgelegd en bedraagt 71,8% van de prijs die effectief betaald wordt door de werknemer, zonder evenwel het bedrag van de werkgeverstussenkomst dat berekend wordt voor de verplaatsingen met de trein voor een afstand van 7 km te overschrijden. Een hele mond vol die erop neerkomt dat u maximaal 8,90 €/ week of 30,00 € /maand betaalt.
Fietst uw werknemer naar het werk, dan betaalt u hem 0,22 €/kilometer heen én terug (bedrag 2014).
Werknemers die met de auto komen, krijgen een bedrag terugbetaalt dat werd vastgesteld op 70% van de prijs van een treinkaart voor een zelfde aantal kilometers. En dit in verhouding tot het aantal gewerkte dagen. Natuurlijk geldt dit enkel voor werknemers die met hun eigen auto komen werken, niet voor werknemers die over een firmawagen beschikken.
Werknemers die in "service coupé" werken, d.w.z. waarbij de tijd tussen de twee werkblokken niet als rusttijd of pauze kan beschouwd worden, hebben voor die dag recht op een dubbele bijdrage in de vervoerskosten. Deze dubbele bijdrage is niet van toepassing wanneer zij gebruik maken van een bus- of treinabonnement.
Ook extra's hebben recht op verplaatsingskosten en wel ten belope van 1/6 van de voorziene wekelijkse tussenkomst per gewerkte dag.
De woon-werkvergoeding is vrijgesteld van RSZ, maar wel onderhevig aan belastingen wanneer het om verplaatsingen met de wagen gaat. Een deel daarvan, nl. 380,40 € (bedrag 2014), is niet belast. Nieuw sinds dit jaar is dat deze fiscale vrijstelling maandelijks wordt toegepast, waar zij vroeger op jaarbasis werd bekeken. Meer daarover in een volgend artikel.