Als uw jobstudent ziek wordt, betaalt u dan net zoals bij een gewone werknemer de ziektedagen door? En geldt voor arbeidsongevallen dezelfde regeling?
Arbeider of bediende
In de praktijk zal u zelden loon betalen aan een zieke student, al heeft die er onder bepaalde voorwaarden wel recht op. Die voorwaarden, alsook de berekening van het gewaarborgd loon, hangen af van zijn statuut – arbeider of bediende.
De student-arbeider moet minstens één maand in dienst zijn om van gewaarborgd loon te kunnen genieten voor zijn ziektedagen. Tijdens de eerste 7 kalenderdagen ziekte betaalt u de student-arbeider zijn volledige loon, in de tweede week zakt het brutoloon tot 85,88%.
Voor de student-bediende is de duur van de studentenovereenkomst van belang. Voor studentenovereenkomsten van minder dan drie maanden of tijdens de driedaagse proefperiode volgt u de arbeidersregeling. Voor de student-bediende met een arbeidsovereenkomst van minstens drie maanden geldt er geen anciënniteitsperiode en betaalt u vanaf de eerste ziektedag en gedurende de volledige periode 100% gewaarborgd loon.
In alle gevallen bedraagt de maximale periode voor gewaarborgd loon 30 kalenderdagen.
Arbeidsongeval
Bij arbeidsongeval betaalt u de student gedurende 30 dagen gewaarborgd loon net zoals u dat bij ziekte doet, met dat verschil dat er bij arbeidsongevallen geen anciënniteitsvoorwaarde is.
Verwittigen
Om aanspraak te kunnen maken op gewaarborgd loon in geval van arbeidsongeschiktheid, moet de student wel de ziekteroutines volgen die ook voor uw andere werknemers van tel zijn. Die verplichte formaliteiten noteert u best in uw arbeidsreglement. Denk daarbij aan de wijze en het tijdstip van verwittigen en het verplicht afleveren van een medisch attest.
Contingent 475 uren
Sinds 1 januari 2017 tellen enkel de effectief gewerkte dagen mee in het jaarlijkse contingent van 475 uren. Ziekte-uren worden hier dus niet in meegerekend, noch de onbetaalde, noch de betaalde.
Bijzondere ontslagregeling
Zowel bij ziekte als bij arbeidsongeval kan u de studentenovereenkomst beëindigen als de ongeschiktheid langer dan 7 ononderbroken kalenderdagen duurt. U moet dan wel een verbrekingsvergoeding betalen die overeenstemt met de duur van de opzeggingstermijn of het nog resterende deel van de opzeggingstermijn. Verbreken vóór het verstrijken van de 7 ononderbroken dagen kan enkel omwille van een andere reden dan de ziekte, anders loopt u het risico een bijkomende vergoeding te betalen voor willekeurig ontslag.