De samenleving vergrijst en we zullen met z’n allen langer moeten werken. Eén op twintig vacatures wordt inmiddels ingevuld door 55-plussers. Dat is nog steeds niet zo heel veel, maar wel een verdubbeling in vergelijking met 2011. Met zijn lange dagen en fysieke arbeid lijkt de horeca op het eerste zicht niet meteen een sector op maat van de oudere werknemer. Toch bestaan er verschillende maatregelen die ook dit werk zelfs voor 60-plussers interessant kunnen maken.
De combinatie horeca-oudere werknemers kwam dit jaar al meermaals in het nieuws met de uitbreiding van het
flexi-jobstatuut voor gepensioneerden. Wie op de laatste dag van T-2 (het tweede kwartaal voorafgaand aan het flexi-jobkwartaal) met pensioen was, kan van dit interessante statuut gebruik maken. Elke vorm van pensioen komt hiervoor in aanmerking: zowel ambtenaren-, werknemers- als zelfstandigenpensioen; rustpensioen als overlevingspensioen; Belgisch of buitenlands pensioen; pensioen op de wettelijke pensioenleeftijd of vervroegd pensioen voor zover de werknemer is ingeschreven in het pensioenkadaster. Wie 65 is of er een loopbaan van 45 jaar heeft opzitten mag zelfs onbeperkt bijverdienen. Twee halve dagen per week inspringen levert al gauw een mooi extraatje van 400 tot 500 euro op, die ook de werkgever niet al te veel kosten.
Voor vaste werknemers kan u dan weer gebruik maken van de
Vlaamse doelgroepvermindering oudere werknemers. Hierbij ontvangt u voor werknemers vanaf 55 jaar een korting op uw patronale bijdragen van 600 euro per kwartaal, voor 60-plussers loopt die korting op tot 1.150 euro per kwartaal. Werft u een 60-plusser aan, dan bedraagt de korting zelfs 1.500 euro. Vanaf 2019 wordt deze maatregel nog versterkt. Meer details kon u lezen in onze nieuwsbrief van vorige week. Ook in het Waals en Brussels gewest bestaat een dergelijke vermindering, telkens met licht eigen regels en accenten.
Een oudere werknemer die stilaan wil beginnen afbouwen, kan dan weer gebruik maken van
de landingsbaan. De landingsbaan is een vorm van loopbaanonderbreking die werknemers toelaat hun prestaties met 1/5 of zelfs de helft te verminderen tot ze met pensioen gaan. Loonverlies wordt daarbij gedeeltelijk gecompenseerd door een vervangingsinkomen. De bedragen zijn forfaitair vastgesteld. De maandelijkse uitkering voor een 1/5 landingsbaan bedraagt 150,49 euro voor een samenwonende werknemer, 181,60 euro voor een aleenstaande wernemer. Voor een ½ landingsbaan is de netto uitkering 323,97 euro voor een samenwonende werknemer, 412,94 euro voor een alleenstaande werknemer. Het uiteindelijke loonverlies uiteindelijk blijft hierdoor vrij beperkt. Een 60-jarige voltijdse gehuwde werknemer met een bruto uurloon van 14,45 euro die zijn prestaties met 1/5 zou verminderen, verliest op die manier maar een 60 euro per maand.