Een eenduidig antwoord geven op deze vraag is niet eenvoudig. Het standpunt van de fiscus en dat van de rechtspraak komen namelijk niet overeen.

Voor de fiscus ligt de aftrek van de kosten van een communie-, of bij uitbreiding een huwelijks- of doopfeest, erg gevoelig. Voor hen gaat het immers om een pure privé-aangelegenheid.

De rechtspraak oordeelt daar anders over. Er zijn door de jaren heen al verschillende rechtbanken geweest die wél een gedeeltelijke aftrek van de kosten van dergelijke feesten aanvaardden. Soms kan u er immers niet onderuit om mensen uit uw beroepsomgeving uit te nodigen op uw feest (zakenrelaties, goede klanten, leveranciers, personeel…), waardoor de uitgaven toch duidelijk een professioneel karakter krijgen.

Ondanks de gunstige rechtspraak blijven heel wat controleurs het er echter moeilijk mee hebben. En de factuur van de kosten van een privéfeest in de boekhouding van uw zaak trekt onvermijdelijk de aandacht.

Waarmee moet u rekening houden?

Wil u het er toch op wagen, hou dan zeker rekening met volgende zaken:

De factuur helemaal aftrekken in de vennootschap is zeker geen goed idee. Hiermee zal u zelfs de meest milde controleur tegen u in het harnas jagen. In de rechtspraak vinden we 10-30 % terug als norm. In elk geval moet u zich beperken tot het beroepsmatige gedeelte van uw kosten en dat zal normaal gezien zelden meer bedragen dan 50%.

Hou hier vooraf rekening mee en zorg voor het nodige bewijsmateriaal. Vraag uw leveranciers om gesplitste facturen. Hou ook een lijst bij van de aanwezige beroepsrelaties (bijv. aan de hand van een gastenboek), mét de vermelding van hun banden met uw onderneming. Achteraf proberen om het beroepsmatig karakter van een deel van de kosten te bewijzen is niet eenvoudig. Hoe sluitender de bewijzen, hoe beter. Want hoewel de rechtbank principieel de aftrek van de kosten niet uitsluit, krijgen veel belastingplichtigen uiteindelijk toch ongelijk van de rechter omdat ze het beroepsmatig karakter van de kosten niet voldoende konden aantonen.

Waar u het feest organiseert, thuis, in uw zaak of in een feestzaal, heeft geen belang. In principe komen ook alle kosten in aanmerking: kosten van de zaal, traiteur, aankoop van eten en drank, decoratie,… zelfs het salaris van het dienstdoend personeel.

Op de kosten die u wenst af te trekken dient u nog wel de wettelijke beperking toe te passen. Receptie- en representatiekosten zijn immers maar voor 50% aftrekbaar. Voor de kosten van het eten zou u eventueel wel nog kunnen hard maken dat ze voor 69% aftrekbaar zijn, omdat het om restaurantkosten gaat.

De BTW op de kosten van het feest is niet recupereerbaar via de BTW-aangifte, maar de niet-recupereerbare BTW is wel voor 50 of 69% aftrekbaar in de vennootschapsbelasting.

Loont het de moeite?

Zoals gezegd blijven kosten van privé-feesten een doorn in het oog van de meeste belastingcontroleurs. Aanvaardt de controleur de kosten niet, dan zal hij die in het beste geval als verworpen uitgaven herklasseren.

Hij kan echter ook verder gaan en de kosten bij u privé als voordeel van alle aard belasten. M.a.w. als loon, waarop u naast belastingen ook nog sociale zekerheidsbijdragen kan betalen. In zo'n geval wordt het al een dure grap.

Maar het kan nog erger. In het slechtste geval kan de controleur beslissen om de zgn. "aanslag geheime commissielonen" toe te passen omdat u een voordeel van alle aard heeft genoten dat niet op uw loonfiche vermeld is en evenmin in uw personenbelasting. Deze monsterboete van 309% wordt sinds vorig jaar gelukkig niet meer zo lichtzinnig toegepast.

Wenst u een beslissing van de fiscus aan te vechten, dan kan u zich in eerste instantie wenden tot de Fiscale Bemiddelingsdienst of u maakt de zaak meteen aanhangig bij de rechtbank. Besef echter dat dit laatste u een hoop geld kan kosten.

Nu u alle cijfers kent en op de hoogte bent van de risico's dient u enkel nog voor uzelf uit te maken of het de moeite loont om een deel van de kosten van uw communiefeest in uw vennootschap af te trekken.