Vakantierechten worden in ons land berekend op basis van de prestaties van het voorgaande jaar. Om in 2013 (het "vakantiejaar") recht te hebben op 20 dagen betaalde vakantie, moet een werknemer in 2012 (het "vakantiedienstjaar") het volledige jaar voltijds hebben gewerkt.
Wie in het vakantiedienstjaar minder had gewerkt (deeltijds, later begonnen, afwezig), heeft bijgevolg in het vakantiejaar recht op minder vakantie.
Omdat dit systeem verschilt van de systemen in de meeste andere Europese landen, werd België vorig jaar verplicht een nieuw vakantierecht in te voeren: de zgn. aanvullende of ook wel Europese vakantie. Beginnende of hervattende werknemers die onvoldoende vakantie hadden opgebouwd, kunnen hierdoor toch van vakantie genieten. We berichtten hier eerder reeds over.
Een KB van 13 september 2013 heeft die aanvullende vakantie nu ook uitgebreid tot deeltijdse werknemers die tijdens het vakantiejaar overgaan naar een voltijds regime of naar een deeltijds regime met een hoger aantal uren, waarbij de toename in contracturen minstens 20% van het voltijds regime bedraagt t.o.v. het gemiddelde van zijn arbeidsstelsels in het vakantiedienstjaar.
Daarenboven moet de werknemer door zijn wijziging in arbeidsduur minstens vier vakantiedagen tekort komen om vier volledige weken vakantie te kunnen opnemen.
Dezelfde uitbreiding geldt voortaan ook na een periode van deeltijds ouderschapsverlof.
Zoals u al had gemerkt, gaat het hier om een vrij complexe berekening, waaraan trouwens nog enkele andere voorwaarden verbonden zijn. Ons advies terzake blijft dan ook hetzelfde als wat we eerder reeds schreven over deze aanvullende vakantie.
Hebt u een werknemer die van zijn recht (het is immers geen verplichting) op aanvullende vakantie gebruik wil maken, probeer dan aan zijn vraag tegemoet te komen door hem onbetaald verlof voor te stellen. Het loon voor de aanvullende vakantiedagen is immers geen extraatje, maar slechts een "voorschot" dat u later so wie so van zijn vakantiegeld zou moeten inhouden. Het principe van het vakantie-attest, zeg maar.
Uw werknemer doet hierdoor dus geen verlies. Het loon voor de aanvullende vakantiedagen zou hij een jaar later toch moeten terugbetalen. Van die onaangename verrasing blijft hij alvast gespaard. Maar intussen heeft hij wel de vrije dagen die hij wilde en waarop hij recht had. Bovendien spaart u er zich een hele hoop onnodige administratie mee uit.
Lees ook:
Hoe zat het ook weer met de "Europese" vakantie?