11 juli '13
Nieuwe opzegtermijnen vanaf 1 januari 2014!
Laten we beginnen met de eenvoudigste vraag. Overal wordt gesproken van het "eenheidsstatuut". Worden al uw arbeiders vanaf nu bedienden? Neen ! De hele discussie vandaag draait (voorlopig) enkel om twee thema's: de opzegtermijnen en de carenzdag. Bovendien gaan de wijzigingen pas in vanaf 1 januari 2014. In dit artikel bespreken we de nieuwe regels rond de opzegtermijn.
De opzegtermijn
Eén van de grootste verschillen tussen arbeiders en bedienden is de opzegtermijn of verbrekingsvergoeding bij ontslag. Voor arbeiders ligt die tot op heden merkelijk lager.
Vanaf 1 januari 2014 geldt één enkele opzegtermijn, gebaseerd op de anciënniteit. De eerste vijf jaar is er een geleidelijke opbouw. Tot 7 weken in het eerste jaar, 11 weken na 2 jaar, 12 weken na 3 jaar, 15 weken tot 5 jaar. Tijdens de volgende 15 jaar komen daar telkens drie weken bij per kalenderjaar. Na 20 jaar anciënniteit stijgt de opzegtermijn met 1 week per begonnen jaar anciënniteit.
U merkt dus dat deze termijnen voor arbeiders aanzienlijk verhogen. Waar u een arbeider met 4 jaar anciënniteit nu 40 kalenderdagen, of 6 weken, moet uitbetalen, wordt dat vanaf 2014 15 weken. Of meer dan het dubbele ! In het eerste jaar anciënniteit is het verschil nog veel groter. Hier kan de opzegtermijn oplopen tot 7 weken, waar dat nu amper 7 dagen is. En uitgerekend in dat eerste jaar vallen de meeste ontslagen. Vooral in sectoren met veel arbeiders, zoals de horeca, zal dit bijzonder hard aankomen.
Behoud van rechten en gefaseerde instap
Bovendien dreigt aan elk ontslag vanaf volgend jaar een complexe berekening te zullen voorafgaan. Werknemers behouden immers hun opgebouwde rechten voor de voorbije dienstjaren bij dezelfde werkgever. Dit is vooral voor bedienden van belang. Concreet komt het erop neer dat u twee berekeningen zal moeten maken: één tot 31/12/2013 op basis van de oude regels en één vanaf 01/01/2014 op basis van de nieuwe regels. Het resultaat van beide berekeningen samengeteld geeft u de nieuwe opzegtermijn.
Voor arbeiders geldt de omgekeerde beweging. Vermits voor hen het huidige systeem veel minder voordelig is, zullen zij retro-actief in het nieuwe systeem instappen. Dat instappen gebeurt weliswaar gefaseerd. Zodra de nieuwe wet wordt gepubliceerd, zal zij van kracht zijn voor alle arbeiders met meer dan 30 jaar anciënniteit. De arbeiders met 20 jaar anciënniteit stappen op 01/01/14 in, die met 15 jaar een jaar later enz… tot op 01/01/2017 alle werknemers in het nieuwe systeem zullen zitten. Klinkt ingewikkeld en dat is het eigenlijk ook. Er werd wel bij vermeld dat deze retroactiviteit niet ten laste zou vallen van de werknemers. Hoe ze dan precies zou betaald worden is nog niet duidelijk.
Veel vragen
En dat is niet de enige onduidelijkheid.
Vermits het hele systeem op anciënniteit gebaseerd is, is een duidelijke definitie van wat onder anciënniteit precies verstaan wordt onontbeerlijk. Vooral in de horeca met zijn opeenvolgende contracten, studenten en extra's is enige verduidelijking wel op zijn plaats.
Voor arbeiders die nog niet van het nieuwe systeem kunnen genieten, zou een systeem van compensatie door de RVA voorzien worden, waarover voorlopig nog niet meer geweten is.
Vanaf 7 jaar anciënniteit zou er een algemeen recht ontstaan op outplacement. De kost daarvan zou echter in mindering mogen gebracht worden van de opzegvergoeding.
Ook over de aanvang van de opzegtermijn (steeds een maandag? steeds de eerste van de maand? …) werd voorlopig niet gesproken. Net zo min als over afwezigheden tijdens de opzeg, de opzeg tijdens de proefperiode,… Er wordt hier en daar zelfs gesuggereerd dat de proefperiode helemaal zou wegvallen.
Ook de bestraffing bij willekeurig ontslag van arbeiders zou wegvallen en vervangen worden door een "gedragscode".
En tot slot, niet onbelangrijk voor de horeca, is dat voor sectoren met veel arbeiders er financiële compensaties zouden voorzien worden. Maar ook daarvan zijn voorlopig geen details bekend.
Kortom, het blijft wachten op de definitieve wettekst, maar het is nu al duidelijk dat er in de komende weken en maanden nog heel wat werk aan de winkel is om dit geheel aan nieuwe voorstellen in sluitende regels te gieten.