Voor elke flexi-job zijn telkens twee contracten vereist: een algemene “raamovereenkomst” en een “arbeidsovereenkomst” per tewerkstelling.

De raamovereenkomst is geen arbeidsovereenkomst, maar schetst het algemene kader waarbinnen u de flexi-jobber tewerkstelt. De raamovereenkomst kan uitsluitend schriftelijk worden afgesloten, voor bepaalde of onbepaalde duur. Ze bevat een aantal verplichte vermeldingen zoals de identiteit van de partijen, het flexiloon, een beknopte beschrijving van de functie(s), de voorwaarden voor de flexi-job en de wijze en termijn waarbinnen de flexi-overeenkomst door de werkgever aan de werknemer moet worden voorgesteld.

Per tewerkstelling moet er ook nog eens een arbeidsovereenkomst worden afgesloten. Die kan zowel schriftelijk als mondeling zijn. De keuze hiervan bepaalt het type dimona-aangifte. De arbeidsovereenkomst kan opgemaakt worden voor bepaalde duur of voor een bepaald werk, kan voltijds of deeltijds zijn, met een vast of variabel rooster.

Er komt een nieuw type dimona-aangifte, de FLX, die normaal vanaf 26 november beschikbaar zal zijn. Kiest u voor een schriftelijke arbeidsovereenkomst, dan doet u de dimona per kwartaal (cfr. STU); gaat u voor een mondelinge overeenkomst, dan dient u een dagelijkse dimona te doen met begin- en einduur (cfr. EXT).

Vanaf 1 januari 2016 zal u na de aangifte meteen een “OK” of “NOT OK” ontvangen i.v.m. de tewerkstellingsvoorwaarden in T-3. Tot die datum moet u dit zelf in de gaten houden.

Tot slot zal uw flexi-jobber zich ook moeten registreren in de GKS of in het alternatief van de RSZ.

Houdt u zich niet aan deze formaliteiten, dan zal uw flexi-job als een normale arbeidsovereenkomst beschouwd worden. Bij een vergeten registratie of dimona, riskeert u patronale kosten te moeten betalen op een voltijds loon voor een volledig trimester, al dan niet verhoogd met een boete.