Controle met het oog op vaststelling of preventie van diefstal is uitsluitend toegestaan bij het verlaten van de werkplaats. Bovendien dient u de werknemers op voorhand te informeren over het feit dat er controles kunnen plaats vinden.
Systematische controles zijn uit den boze. Daarvoor hebt de toestemming van de FOD Binnenlandse Zaken nodig, die slechts onder zeer strikte voorwaarden wordt toegekend. Controles dienen dus steekproefsgewijs plaats te vinden of wanneer er een werkelijk vermoeden is van diefstal.

U mag dergelijke controles ook niet zelf uitvoeren. Enkel geattesteerde veiligheidsagenten van hetzelfde geslacht als de gecontroleerde mogen dit. En zelfs dan hebt u nog de toestemming van de werknemer nodig. Die is ofwel expliciet, ofwel stilzwijgend via cao, een akkoord in de ondernemingsraad of comité of door opname in uw arbeidsreglement.

Verder dan een controle van de tas, eventueel de wagen en oppervlakkig fouilleren reikt de bevoegdheid van de bewakingsagent niet. Stelt hij inbreuken vast, dan meldt de bewakingsagent dit schriftelijk aan de werkgever en aan de betrokken werknemer.

In geval van diefstal zijn deze vaststelling een geldig bewijs voor een ontslag om dringende reden. De waarde van de gestolen goederen speelt daarbij geen rol. Wel belangrijk is dat u ook alle andere vormvereisten voor een dringende reden in acht neemt.

Weigert een werknemer zich aan een controle te onderwerpen, dan zou ook dit aanleiding kunnen zijn tot ontslag. Al dient u hier veel voorzichtiger te zijn, zeker wanneer het gaat om een eenmalige weigering.
Overweegt u om uitgangscontrole in te voeren en hebt u geen syndicale vertegenwoordiging, dan doet u dit best via uw arbeidsreglement.