Opzeg of verbreking?

Wenst u afscheid te nemen van een werknemer, dan kan u dat op twee manieren doen: via opzeg of met onmiddellijke verbreking. Beide termen worden vaak verward, maar in essentie gaat het om twee verschillende situaties. Het onderscheid is nochtans niet zo moeilijk.

In het geval van onmiddellijke verbreking eindigt de arbeids-overeenkomst hier en nu. De werknemer hoeft niet meer terug te komen -mag zelfs niet meer terugkomen- en u betaalt hem de wettelijke verbrekingsvergoeding uit. Die verschilt naargelang het om een arbeider of een bediende gaat en naargelang het aantal dienstjaren dat hij in uw onderneming heeft opgebouwd.

In het geval van een opzeg gaat u ervan uit dat de werknemer de verschuldigde tijd nog "uitdoet". Waar er aan een onmiddellijke verbreking weinig regeltjes verbonden zijn, zijn die er bij een opzeg des te meer.

Eén daarvan is dat elke afwezigheid (ongewettigde afwezigheid uitgezonderd) de opzeg verlengt. Tenminste wanneer de opzeg van de werkgever is uitgegaan. Gaf de werknemer de opzeg, dan is dit niet het geval.

De opzeg wordt verlengd

M.a.w. als uw werknemer het lelijk wil spelen, kan hij zijn opzegtermijn wel even rekken. En dat kan u behoorlijk wat geld kosten.

Stel, uw kelner moet een opzeg van 40 kalenderdagen uitdoen. U ging ervan uit dat dit geen probleem zou opleveren, maar daaraan heeft u zich lelijk mispakt. Al vanaf de eerste dag meldt hij zich ziek en brengt hij een doktersattest binnen voor twee weken. Uw aanvankelijke 40 kalenderdagen worden er hierdoor in één klap 54 ! En daar had u niet op gerekend. Want gedurende al die tijd moet u hem gewoon blijven verder betalen. Bovendien bent u er niet zeker van of die 14 dagen niet nog eens verlengd zullen worden.

Wat kan u hieraan doen?

In eerste instantie kijkt u na of hij de ziekteroutines heeft nageleefd. In dit geval heeft de kelner een medisch attest binnengebracht. Zou hij dat niet gedaan hebben, dan was er van ziekte en bijgevolg van verlenging niet langer sprake.

Vervolgens kan u overwegen om een controledokter langs te sturen om na te gaan of hij wel echt ziek is. Blijkt hij niet ziek, dan moet hij gewoon komen werken. Doet hij dat niet, ook geen problem. Ongewettigde afwezigheid verlengt de opzegtermijn immers niet.

Bevestigt de controle-arts zijn ziekte, dan staat u echter terug bij af.

Verbreek alsnog het contract

Vaak is het daarom beter om voor de korte pijn te opteren. Ook al koos u aanvankelijk voor een opzeg, u kan een opgezegd contract nog steeds verbreken. In zo'n geval betaalt u gewoon de nog resterende dagen van de opzegtermijn. In het geval van uw kelner de volledige 40 dagen dus.

U betaalt uw werknemer dan wel om thuis te zitten, u vermijdt in elk geval dat hij zijn opzegtermijn onnodig kan blijven rekken. Lees: in uw portemonnee kan blijven zitten.

Bovendien moet u het betaalde bedrag afwegen tegen de risico's die u loopt door uw kelner nog langer in dienst te houden. De imago-schade die een wrokkige ontslagen werknemer in zijn opzegperiode kan aanrichten weegt doorgaans niet op tegen de ontslagvergoeding. Ook al zal u ze met pijn in het hart betalen.